Ik vond laatst nog wat konijnenbouten in de vriezer en realiseerde me dat ik wel vaker konijn maak (ik vind deze Italiaanse variant erg lekker), maar dat ik nog nooit de ‘echte Limburgse knien in ut zoer’ had gemaakt. Mooie gelegenheid om dat eens te maken en er gelijk maar een recept van uit te schrijven, want deze klassieker mag natuurlijk niet ontbreken op mijn blogje.
Ingrediënten:
- 4 konijnenbouten
- 300gr zwarte pruimen
- 3el appelstroop
Voor ‘t zoer:
- 50% azijn 50% water mengsel (gebruik zoveel als nodig is, maar dat is afhankelijk van de maat van de schaal/kom die je gebruikt)
- 3 dikke (rode) uien
- 6 laurierbladeren
- 6 kruidnagels
- 6 jeneverbessen
- peper uit de molen
Bereidingswijze:
Maak ‘t zoer (de marinade dus) minstens 24 uur van te voren; dit concept is al heel oud en had vroeger als doel om oud vlees malser te maken en langer houdbaar. Door het zuur worden de bindweefsels van het vlees afgebroken, waardoor het vlees malser wordt. Zorg er voor dat de konijnenbouten volledig onder het azijn/watermengsel staan en marineer ze in de koelkast. Dit is geen verplichte stap, maar het maakt het wel compleet.
Als je de konijnenbouten gaat bereiden, neem ze dan uit de marinade (deze niet weggooien!) en dep ze droog met een stuk keukenrol.
In de marinade – of zoals dat in ‘t Limburgs heet: ‘in ut zoer’ heel even licht aanbakken zwarte pruimen erbij
Bak de konijnenbouten even aan zodat ze goudbruin zijn; voeg nu de uien en de kruiden (laurier, kruidnagel en jeneverbessen) toe en bak deze ook even mee. Snij nu de zwarte pruimen in stukjes even voeg deze toe. Tot slot voeg je zoveel van de marinade toe, dat de konijnenbouten helemaal onder staan in de pan. Doe nu de deksel op de pan en laat het geheel een uur of 2 stoven. Voeg op het eind een aantal eetlepels stroop toe om het geheel te binden en de smaak zoet/zuur in balans te krijgen. Eventueel zou je ook met peperkoek of maizena kunnen binden als dat nodig is.
Eet smakelijk!
Een serveersuggestie Zo is het geheel klaar en in balans qua smaak