Dit voorgerechtje – want het is natuurlijk net iets te groot om het een amuse te laten zijn – heb ik met kerstmis gemaakt. Carpaccio ben ik dol op en de mogelijkheden om te variëren en te spelen met kleuren en smaak zijn oneindig; neem eens carpaccio van tonijn of zalm in plaats van rund en geef die dan een Oosters tintje (wasabi, ketjap – boh; ik voel weer een recept aan komen). Ook met de groenten is voldoende te variëren, maar het is wel van belang dat je ingrediënten gebruikt die hoog op smaak zijn. Het is maar een kleine hoeveelheid, dus dan moet het wel allemaal kloppen. We eten ook graag pittig (ik althans), dus vandaar dat er een gesneden pepertje wordt toegevoegd en dat maakt dan deze ‘pittige mini carpaccio’ compleet.
Ingrediënten:
- 2 plakken rundercarpaccio per persoon
- rucola
- pijnboompitten
- verse bieslook
- gereaspte Parmigiano Reggiano
- olijfolie
- peper
- spaanse peper
Bereiding:
De kans is groot dat als de de rundercarpaccio bij de slager hebt gekocht, dat je deze bevroren krijgt. Helemaal geen probleem, dat is zelfs gemakkelijk te verwerken. Sprenkel een klein beetje olijfolie op het bordje en leg de rundercarpaccio daarin. Verdeel op speelse wijze de rucola over de carpaccio.
Bak de pijnboompitten even in een pan zonder boter (hier kun je lezen waarom je dat doet) en strooi deze op het bord.
Tot slot rasp je wat van de Parmigiano Reggiano over de rucola, verse bieslook, peper en olijfolie erover en klaar. Oh nee: het was de pittige versie – vergeet het pepertje niet. Of wel als je er niet van houdt.