Broodje bloedworst met appel; lang niet gegeten, maar een tijdje geleden weer opnieuw in het vizier gekregen en ik kan jullie zeggen: binnenkort is hij (of zij) er weer. Heerlijk! Heel behouden en traditioneel gemaakt, niks schokkends of #vivelavie deze keer, maar heel braaf en klassiek. Ik bak de appels nu zacht en de bloedworst hard (knapperig) – vandaar dat eerst de appels op middel vuur worden gebakken en daarna op hoog vuur de bloedworst. Als je alles van dezelfde gaarheid lekker vindt, dan bak je alles in 1 keer (als dat past).
Bereiding: 15m
Ingrediënten:
- 1 appel
- bloedworst (voor 2 broodjes hadden we 200g)
- bakboter
- kaneel
- bloem
- peper
- zout naar smaak, maar ik gebruik geen zout (in het brood en in de bloedworst zit meer dan voldoende)
- 1 broodje per persoon (of een boterham, of gewoon zonder brood)
Bereiding:
Schil de appel, steek het klokhuis uit (in 2 keer als het niet meteen lukt), snij schijven van ongeveer 1cm dik en bestuif de appelschijven met kaneel.
Zet een grote koekenpan op het vuur met boter erin en bak op middelhoog vuur de appel gezellig bruin; niet op te hoog vuur, want de suikers in de appel zullen snel voor karamellisering zorgen en dan bakt het geheel snel aan. Dus liever iets langer op een lager vuurtje dan te hoog. Draai de appelschijven als de kleur goed is. Als beide kanten mooi bruin zijn, dan neem je ze uit de pan en leg je ze even aan de kant in een bakje of op een bordje.
Snij de bloedworst in plakken van 1cm dik en bestrooi ze met peper en bloem. Zet vervolgens de pan waar de appels in gebakken zijn hoger en bak de bloedworst op hoog vuur lekker knapperig (of: als je liever geen bite in de bloedworst wilt op middel vuur iets langer bakken). Draai de bloedworst als hij de bereiding naar wens is.
Doe als je de appel uit de pan hebt genomen, deze weer even terug in de pan en zet het vuur lager. De appel kan nog even mee warmen voordat je het geheel serveert.
Snij de broodjes doormidden en leg de appel en bloedworst om en om op het broodje.
Smakelijk!