Goulash: wie kent het niet van vroeger? Ik was er toen al dol op en nu nog steeds; een uit Hongarije afkomstige soep, die wij vooral in de ingedikte versie kennen als een stoofpot van rundvlees, lamsvlees of vis. Uiteraard bestaan er vele varianten van het recept; ik probeer me dit keer aan de basis te houden: vlees, ui, knoflook, paprika, paprikapoeder, kummel en laurier. Ik voeg (voor de afwisseling) niks toe om het pittig te maken; als je dat wel wilt doen dan kan dat natuurlijk; gebruik piripiri, chiliflakes of sambal om het pittiger te maken.
Ingrediënten:
- 1kg runderpoulet (of riblappen)
- 2el bloem
- 4 tenen knoflook
- 2 flinke uien
- 3 rode paprika’s
- 1 groot blikje tomatenpuree
- 500 ml runderbouillon
- 2 tl paprikapoeder
- 0.5 tl karwijzaad
- 4 laurierblaadjes
- Peper uit de molen
Bereidingswijze:
Bestrooi de blokjes vlees met bloem en bak ze op een hoog vuur mooi bruin. Door het vlees te bloemen karamelliseert het beter, waardoor de sappen in het vlees blijven en je een vollere smaak krijgt. Doe wat peper uit de molen op het vlees.
Snij nu de uien, paprika en knoflook in stukken; het hoeft niet superfijn (de knoflook zeker niet). Als het vlees mooi bruin is dan kun je dit geheel toevoegen. Als de groenten ook zijn aangefruit dan voeg je de paprikapoeder, karwijzaad en laurier toe. Bak dit even mee: er komen zoveel meer smaken vrij in vergelijk tot achteraf toevoegen!
Nu kan de tomatenpuree erbij – wederom even bakken – en tot slot de runderbouillon.
Laat het geheel nu stoven op laag vuur tot het gaar is (zeker een uur of 2 a 3, maar dat ligt aan de kwaliteit en soort vlees) en serveer bijvoorbeeld met rijst en sperciebonen of een frisse salade. Als je ziet dat het geheel te droog wordt dan kun je een scheut water toevoegen.
Smakelijk!