Laat ik dit recept beginnen met de opmerking dat ik me realiseer dat ik helemaal geen ‘expert’ ben in Indonesische gerechten. De gerechten die ik maak hebben een fantastische smaak, maar ik kan het niet (allemaal) afzetten ten opzichte van mensen die zijn opgegroeid met dit soort gerechten; dat vind ik ook het mooie aan de Indonesische keuken: veel zaken gaan ‘omdat ze zo door moeder of oma zijn geleerd’ en zijn dan ook lang niet altijd in recepten beschreven. Zo ook deze Rendang: ik heb veel recepten gelezen, van veel ingrediënten ken ik de smaak, maar de verhouding tussen de ingredienten is natuurlijk ook van belang. Probeer het in gewoon uit en maak er je eigen receptje van.
Wat in elk geval een feit is, is dat het gebruik van een vijzel ontzettend veel smaak toevoegd, bovenop de smaak van de kruiden. Ik maak binnenkort wel een apart verhaal over de vijzel, maar wauw: wat een mooie accessoire is dat!
Ingrediënten:
- 2 kg runderpoulet of runderriblappen
- 2 stengels sereh
- 8 salamblaadjes (Indonesische laurier)
- 8 djeroek poeroet blaadjes(citroenblaadjes)
- 1 blik kokosmelk (400ml)
Voor de boemboe:
- 4tl ketoembar (korianderzaad)
- 4tl djinten (komijnzaad)
- 2tl trassi (garnalenpasta)
- 10 kemirienootjes
- 2el koenjit
- stuk laos
- stuk djahé
- 10 tenen knoflook
- 4 sjalotjes
- 8 lomboks
Bereiding:
Maak eerst de boemboe met de vijzel: snij de lomboks en sjalotjes in stukjes en doe ze in de vijzel. Vijzel ze tot een mooie pasta en voeg daarna de ingredienten 1 voor 1 toe: de korianderzaadjes, komijnzaadjes, kemirienootjes, de schoongemaakte laos en djahé, de knoflook en tot slot de trassi. Vijzel net zo lang totdat je een mooie pasta hebt.
Snij het vlees in stukken; blokjes van 3 bij 3cm ongeveer.
Doe een beetje olie in een grote pan en bak de boemboe in de olie. Voeg vervolgens het vlees toe en bak het geheel mooi bruin. Voeg vervolgens de gekneusde sereh toe en de salam- en djeroek poeroetblaadjes.
Als het geheel lekker pruttelt dan voeg je 3/4 van de kokosmelk toe. Laat het geheel een uur of 1,5 a 2 pruttelen. Voor naar eigen smaak nog kokosmelk (of water) toe en maak het geheel naar een structuur die jij prettig vindt.
Serveersuggestie: met rijst en rode kool!
Smakelijk eten!
Een vijzel… die heb ik ook. Maar een boemboe maken is daarmee veel werk. Wel een ambacht. Maar het kan toch net zo goed in een hakmolen? Dat gaat veel sneller. Of smaakt het dan echt anders?
He Mathijs,
Goede vraag; ik gebruik wel altijd de vijzel en geen staafmixer of keukenmachine. Een vijzel geeft een compleet andere textuur dan met een staafmixer, maar het smaakt uiteraard lekkerder dan uit een pakje/zakje. Ik denk dat het ook een kwestie van smaak is; vergelijk het met aardappelpuree: er zijn mensen die gebruiken een knijper, anderen een stamper en weer anderen een mixer. Verschillende texturen, maar geen enkele variant is ‘vies’…
Dus eigenlijk: probeer het uit en gebruik je favoriete methode!
Veel kookplezier verder,
Pascal