Ik heb de afgelopen weken aardig wat inspiratie opgedaan uit de Indonesische keuken, dus dit weekend volgen maar liefst 4 recepten; vandaag (jawel: op vrijdag!) de Atjar Ketimoen; een variant op Atjar Tjampoer, morgen volgen Nasi Koening of Kuning (gele rijst) & Ajam Setan (duivelse kip) en zondag dan nog Urap Urap; groenten in kokos. Ik vind de Indonesische keuken geweldig: sommige gerechten zijn zo enorm eenvoudig qua bereiding of ingrediënten, veel gaat ‘op gevoel’ en het komt altijd wel goed; geweldig! Goed: genoeg gebabbeld – Atjar Ketimoen dus! Het is een friszure komkommer die even wordt gebakken en vervolgens koud wordt gegeten (een beetje vergelijkbaar met Atjar Tjampoer dus).
Ingrediënten:
- komkommer (ik maakte er meteen 2)
- 3 tenen knoflook
- 1 ui
- 1 lombok (of rode peper)
- 1tl kunjit (ofwel kurkuma of geelwortel)
- 1tl laos (ofwel galanga; familie van gember)
- 1el gula djawa (ofwel Javaanse palmsuiker)
- 150ml azijn
- scheutje olie
Bereidingswijze:
Gebruik een vijzel om de knoflook, ui en lombok te vijzelen. Heb je geen vijzel, dan kan een staafmixer ook, maar die smaak wordt écht anders. Als alles fijn is gevijzeld dan voeg je de kunjit en laos toe en dan bak je de boemboe (zo heet een ‘nat’ kruidenmengsel) even in de pan; bak het op middelmatig vuur een minuut of 2 a 3 en voeg dan de azijn en de suiker toe. Proef of de smaak is zoals je graag wilt (en maak het desgewenst zoeter of zuurder).
Maak nu de komkommer schoon: snij hem middendoor en verwijder met de bolle kant van een lepel de zaadlijst. Snij nu halve maantjes van de komkommer en bak ze een minuut of 2 a 3 mee.
Laat het geheel nu afkoelen en doe het in een bakje; je kunt ze eten als ze koud zijn.
Selamat makan!
Atjar Ketimoen